- In 2023 geldt het prijsplafond voor energie en betalen huishoudens niet meer dan een 1,45 euro per kuub gas en 0,40 euro per kilowattuur stroom.
- Deze maximale prijzen gelden echter tot een bepaald jaarverbruik. Voor het verbruik boven de volumegrens betaal je het contracttarief van de energieleverancier.
- Maar tarieven van energieleveranciers kunnen meerdere keren per jaar wijzigen. Hoe wordt er dan afgerekend?
- Lees ook: Dit mag je aan gas en stroom verbruiken in februari, volgens het prijsplafond – check ook wat je in januari aan energie hebt verbruikt
Torenhoge energieprijzen blijven huishoudens dit jaar deels bespaard, omdat de overheid een prijsplafond heeft ingesteld voor energie. Dat geldt tot een bepaald jaarverbruik.
Voor het verbruik boven de volumegrenzen van 1.200 kuub gas en 2.900 kilowattuur stroom moet het contracttarief van de leverancier worden betaald. Maar met welk tarief wordt gerekend als een energieleverancier de prijzen van gas en stroom gedurende het jaar aanpast?
Hoewel de energieprijzen op de groothandelsmarkt momenteel dalende zijn en een aantal energieleveranciers de tarieven naar beneden heeft geschroefd in februari, zijn de prijzen voor gas en stroom nog steeds behoorlijk hoog.
Zo ligt het gemiddelde variabele leveringstarief voor modelcontracten dat energieleveranciers bieden aan nieuwe klanten in februari op 2,16 euro per kuub gas en 0,60 euro per kilowattuur stroom. Dat is boven het door de overheid ingestelde prijsplafond.
Energieleveranciers hanteren andere tarieven voor bestaande klanten, maar ook zij zitten veelal boven het prijsplafond, als ze geen langdurig contract hebben afgesloten voordat de energieprijzen de lucht in schoten.
Het prijsplafond geldt sinds 1 januari 2023 voor het hele jaar. Het betekent dat huishoudens en andere kleinverbruikers niet meer betalen dan 1,45 euro per kuub gas en 0,40 euro per kilowattuur stroom. Dit geldt zoals gezegd tot een maximaal verbruik van 1.200 kuub gas en 2.900 kilowattuur stroom op jaarbasis.
Voor het verbruik boven het limiet betalen huishoudens het tarief dat in het contract met de energieleverancier staat. Echter, dit tarief kan meerdere keren per jaar worden gewijzigd. Regulier voor variabele contracten is twee keer per jaar, maar energieleveranciers wijzigen de prijzen vaker vanwege de onstuimige marktomstandigheden.
Dit betekent dat er sprake kan zijn van verschillende contracttarieven gedurende het jaar. En dat is van belang voor het berekenen van het extra verbruik boven de limiet voor het prijsplafond.
2 jaarafrekeningen met prijsplafond
Belangrijk om in de gaten te houden is dat de berekening van het maximale verbruik onder het prijsplafond eigenlijk in tweeën is geknipt, waarbij het moment van de jaarafrekening bepalend is. Dit moment verschilt per klant en hangt af van de datum waarop je een contract met de energieleverancier sloot. De periode waarover de jaarafrekening gaat, loopt dus niet parallel met het kalenderjaar.
Sommige klanten zullen een jaarafrekening in maart krijgen, anderen misschien pas in juli.
De overheid heeft een gestandaardiseerd dagverbruik vastgesteld, waartegen je werkelijke verbruik wordt afgezet om te zien of je boven de volumegrens van het prijsplafond uitkomt. Dit levert een gestandaardiseerd verbruik van gas en stroom per maand op. Lees hier in detail hoe dit werkt.
Voor januari geldt bijvoorbeeld een gestandaardiseerd verbruikslimiet van 221 kuub gas en voor februari 188 kuub gas. Het verbruik daarboven geldt als verbruik boven het prijsplafond. Krijg je bijvoorbeeld de jaarafrekening in maart, dan moet worden gekeken of je verbruik in de periode januari en februari boven het prijsplafond uitkwam.
Hierbij geldt de optelsom van die maanden. De energieleverancier kijkt dus of je verbruik in januari en februari boven 409 kuub uitkwam. Vervolgens wordt voor de resterende maanden van 2023 opnieuw gekeken hoe het werkelijke verbruik zich verhoudt tot het gestandaardiseerde verbruik.
Als de jaarafrekening van de energieleverancier dus per eind februari wordt afgesloten, loopt de restantperiode voor het prijsplafond van maart tot en met december.
Stel dat je verbruik in januari en februari boven 409 kuub gas uitkwam, dan zijn de leveringskosten voor dat extra verbruik duidelijk als de energieleverancier in die maanden één tarief hanteerde. Maar het wordt een ander verhaal als in februari een ander tarief gold dan in januari.
Verbruik energie boven prijsplafond: hoe rekent je energieleverancier dat af?
We geven hieronder een voorbeeld.
Mevrouw Jansen krijgt in maart een jaarafrekening. De situatie in de eerste twee maanden van 2023, waarin het prijsplafond geldt, is als volgt.
Gestandaardiseerd verbruik per maand
- Volumelimiet januari: 221 kuub
- Volumelimiet februari: 188 kuub
- Totaal volumelimiet: 409 kuub
Werkelijk verbruik mevrouw Jansen
- januari: 250 kuub
- februari: 180 kuub
- Totaal werkelijk verbruik: 430 kuub
Leveringstarief energieleverancier (marktprijs)
- januari: 2,20 euro per kuub
- februari: 1,80 euro per kuub
Mevrouw Jansen zat in januari dus boven het limiet voor het prijsplafond en in februari eronder. Voor het prijsplafond geldt de optelsom van deze maanden, dus 409 kuub. Mevrouw Jansen zit met een werkelijk verbruik van in totaal 430 kuub, 21 kuub boven het verbruikslimiet van januari en februari.
Voor dat oververbruik moet ze het tarief in haar contract betalen. Maar haar energieleverancier hanteerde verschillende tarieven in respectievelijk januari en februari. Nu is de vraag: welk tarief moet mevrouw Jansen betalen voor het extra verbruik van 21 kuub gas?
Energieleveranciers hanteren hierbij een standaardmethode die is vastgelegd in de regeling voor het prijsplafond van de overheid.
Als sprake is van verschillende tarieven, dan rekenen energieleveranciers met een gewogen gemiddeld tarief, zo laten Greenchoice, Vattenfall, Eneco en Essent aan Business Insider weten.
Kosten verbruik boven prijsplafond voor energie
Greenchoice is een van de energieleveranciers die een uitgebreide uitleg naar Business Insider heeft gestuurd.
In eerste instantie wordt het verbruik afgerekend alsof er geen prijsplafond is, dus met de contracttarieven van de energieleverancier. Vervolgens wordt er een korting berekend met het prijsplafond en het daarbij behorende verbruikslimiet.
Als we uitgaan van het bovenstaande voorbeeld, ziet dat er als volgt uit:
- Januari: 250 kuub gas, afgerekend tegen marktprijs van 2,20 euro: 550 euro
- Februari: 180 kuub gas afgerekend tegen 1,80 euro: 324 euro
- Totaal januari en februari: 430 kuub gas afgerekend tegen 874 euro
Zonder het prijsplafond zou mevrouw Jansen 874 euro aan verbruikskosten moeten betalen voor 430 kuub gas. Echter, voor 409 kuub gas (verbruikslimiet prijsplafond januari en februari) geldt het prijsplafond van 1,45 per kuub en betaalt ze voor dat deel te veel.
Door het prijsplafond moet ze dus een korting krijgen op 409 kuub gas. Deze korting wordt berekend met het gemiddeld gewogen contracttarief.
Berekening korting energierekening onder het prijsplafond
De formule voor het gewogen gemiddeld contracttarief is in dit voorbeeld als volgt:
Verbruik januari*markttarief januari + verbruik februari*markttarief februari / totaal werkelijk verbruik januari en februari
Dit komt neer op: 250 m3*€2,20 + 180 m3* €1,80 = €874 / 430 m3 = €2,03256
Het gemiddeld contracttarief van 2,03256 euro is hoger dan het prijsplafond van 1,45 euro dat voor het volumelimiet van 409 kuub in januari en februari geldt. Voor 409 kuub moet mevrouw Jansen dus het verschil tussen contracttarief en prijsplafond vergoed krijgen.
Dus: €2,03256 - €1,45 = €0,58 * 409 m3 = €238,27
Mevrouw Jansen krijgt een korting van 238,27 euro op haar jaarrekening voor 409 kuub gas. Ze betaalt daar uiteindelijk 1,45 euro per kuub voor. Voor de 21 kuub boven het prijsplafond betaalt ze het gemiddeld contracttarief van 2,03256 euro.
Samenvattend komt dit op het volgende neer:
- De werkelijke kosten van 430 kuub verbruik op basis van de marktprijzen van de energieleverancier zijn 874 euro
- Mevrouw Jansen betaalt over 409 kuub maximaal 1,45 euro, ofwel 593,05 euro.
- Over 21 kuub betaalt mevrouw Jansen de gewogen marktprijs van 2,03256 euro per kuub, ofwel 42,68 euro.
- In totaal betaalt mevrouw Jansen dan 635,73 euro.
- Mevrouw Jansen krijgt hiermee een korting op de kosten voor haar werkelijke verbruik van 238,27 euro
Aangezien de korting een subsidie is, leggen energieleveranciers de korting als rekening neer bij de overheid.